Brief 1 van Ingrid Van Remoortel



Hombeek, 29/03/2020

Beste Jeanne, Jean, Paula, Paul, Louis, Louisa en grote onbekende,

Gegroet vanuit de buitenwereld wou ik zeggen, maar dat is niet helemaal waar, want ik mag ook niet gaan en staan waar ik wil hoor.
Ik schrijf jullie dit briefje omdat ik elke dag aan jullie denk, bewoners van een woonzorgcentrum, met een warm hart.
Negatief nieuws horen we genoeg. Ik wil jullie dus wat opvrolijken.
Laten we even kennismaken.
Mijn naam is Ingrid Van Remoortel, 54 jaar en ik woon in Hombeek op den buiten maar toch dichtbij Mechelen.
Ik kan geen ruzie maken met mijn buren, want naast ons genieten bonte koeien van  het lentezonnetje en achter onze tuin grazen twee paarden neus aan neus.
Erwin en ik hebben twee zoons, Levi en Cyro, waarvan de oudste al het nest is uitgevlogen. Laura, de vriendin van Cyro, woont tijdelijk bij ons in totdat het Coronamonster verslagen is. Haar mama is verpleegster op spoed.
De plezantste huisgenoot is onze hond Skippy, een labradoodle van twee jaar.
Wacht maar af, jullie zullen nog hard kunnen lachen met zijn zotte streken.
Hij was de kleinste uit een nest van tien, het verstotelingske dat door zijn broers en zussen werd weggeduwd van zijn moeders melk.
Maar nu staat hij zijn mannetje hoor! Ik stuur wat foto’s van onze oogappel mee . Is het geen echt fotomodel?



Zoals jullie kunnen zien heeft hij een zwak voor kousen. Van kleins af aan gaat hij overal in huis op speurtocht naar rondslingerende kousen.
Vooral de slaapkamer van zoon Cyro is een echt kousenparadijs: lange donkerblauwe, korte sokjes, alles ligt over de grond verspreid.
Vandaag heeft hij geen geluk boven, maar beneden is het warm, warmer, heet!
Ja ja, daar heeft hij een witte sportkous, heerlijk stinkend naar het zweet, onder de zetel ontdekt. Skippy snuift het heerlijke aroma op en gaat plat op zijn buik op het doel af. Grote pech: hij kan er net niet bij. Zie je hem op de foto?
Dan maar de hulptroepen optrommelen, dat zijn wij dus. Zijn aanhoudend geblaf doet meer dan een luid bevel van een kolonel.
Ik spring in het gelid en trek ten strijde met een lange borstelsteel om de vieze kous uit de hinderlaag te trekken. Zie je me in actie op de foto?


Kolonel Skippy grist de buit direct tussen zijn tanden en spurt er mee naar zijn veldbed. Na een grondige inspectie belandt de kous boven op de verzameling afgedankte spullen.
Pas op, de kolonel vernielt niets hoor. Hij bijt geen gaatjes, maar sabbelt er alleen maar op. Skippy lijdt aan een extreme hamsterwoede. Nee niet van toiletpapier, maar van ordinaire kousen.
En denk vooral niet dat je hem kan foppen.
Als ik de propere was opvouw, leg ik met opzet de kousenbolletjes onderaan de wasmand en dek ik ze af met een dikke laag netjes gestapelde handdoeken.
Haha slimme Skippy houdt wel van verstoppertje spelen.
Op een onbewaakt moment steekt hij zijn neus en voorpoten diep in mijn lentefris wasgoed en graaft verwoed tot hij prijs heeft. De handdoeken vliegen in het rond. Joepie: dikke skikousen, dubbel feest!
Spijtig genoeg bestaat er nog geen verbeteringsgesticht voor kousendieven.
Ja, ja, ik weet wat jullie denken. Je moet hem straffen, gezag hebben. Maar probeer maar eens streng te kijken en niet in een lach te schieten als hij met twinkelende oogjes en een slappe kous in zijn bek parmantig komt aandraven.
Kijk zelf maar eens naar zijn foto, dan snap je het wel.
Ondertussen is het al laat geworden en ligt Skippy opgerold in een bolletje op zijn nest.
De vuile kousen heb ik als een echte verkenner opgespoord en in de wasmachine gegooid.  
Zoete dromen Skippy!
Tot de volgende brief voor een nieuw avontuur.

Dikke knuffel van Ingrid en een warm pootje van Skippy.


Ingrid Van Remoortel
Conservatorium Mechelen

Reacties

Podcast Mysterieus België