Corona hier,
corona daar… Als je tegenwoordig naar de radio luistert, hoor je niets anders
meer. En wat er dan nog bijkomt, zijn al die getuigenissen van mensen die het
zo erg vinden dat ze hun familie niet meer kunnen gaan opzoeken in de woonzorgcentra.
Alsof ze daar anders de deur plat zouden lopen… Al die journalisten en presentatoren, ze kunnen een mens echt opmonteren met
hun berichten. Daarom wou ik graag nog een verhaal vertellen over mijn moeder….
Het was een
wijze vrouw, mijn moeder. Ze was een eind in de tachtig, toen ze overleed vorig
jaar, in een verzorgingstehuis. Tot op het laatst hadden wij regelmatig fijne
gesprekken.
Op een dag had ik het moeilijk. Door mijn werk zou ik haar een paar weken niet kunnen bezoeken en ik wist niet hoe ik haar dat moest vertellen. Toen ik het toch gedaan had, was haar reactie totaal anders dan verwacht:
Op een dag had ik het moeilijk. Door mijn werk zou ik haar een paar weken niet kunnen bezoeken en ik wist niet hoe ik haar dat moest vertellen. Toen ik het toch gedaan had, was haar reactie totaal anders dan verwacht:
‘Trek het je
niet aan’, zei ze. ‘Je moet het je daarvoor niet moeilijk maken. Denk je nu echt
dat ik niet alleen kan zijn? Op mijn ouderdom? Het zou maar erg zijn als ik nu
nog alleen moest zijn. Wat denk je dan? Dat ik mijn geluk en mijn levensenergie
bij jou kom lenen? Dat geloof je zelf toch niet… Waarom zou ik? Ik heb hier
alles wat ik nodig heb: vriendelijke verzorging, goed eten, rust…’
‘Het is hier
goed’, zo stelde ze me gerust, ‘en ik vind het echt niet erg als je even niet
kan komen. Jij moet ook je leven leven. Ik begrijp dat…’
Ze keek me even aan.
‘Je moet je niet vergelijken met mij,’ zei ze. ‘Voor mij ligt dat anders. Op mijn leeftijd heb ik alle watertjes van het leven wel doorzwommen… En ik kan heel goed al-één zijn. Wij zijn gelukkig één-saam, ik en mezelf. We leggen een kaartje, kijken wat TV, luisteren naar de radio of lezen een boek, en daar kunnen we dan hele gesprekken over voeren. Om mij moet je je niet druk maken. Ik sta goed in het leven, nu. En alles gaat voorbij… Ga dus maar gerust naar huis. En als je weer wat tijd hebt, mag je me altijd komen bezoeken, de deur staat open. Je bent welkom.’
Ze keek me even aan.
‘Je moet je niet vergelijken met mij,’ zei ze. ‘Voor mij ligt dat anders. Op mijn leeftijd heb ik alle watertjes van het leven wel doorzwommen… En ik kan heel goed al-één zijn. Wij zijn gelukkig één-saam, ik en mezelf. We leggen een kaartje, kijken wat TV, luisteren naar de radio of lezen een boek, en daar kunnen we dan hele gesprekken over voeren. Om mij moet je je niet druk maken. Ik sta goed in het leven, nu. En alles gaat voorbij… Ga dus maar gerust naar huis. En als je weer wat tijd hebt, mag je me altijd komen bezoeken, de deur staat open. Je bent welkom.’
‘Weet je,…’ Ze
hield even op, alsof ze nadacht. Dan
ging ze verder: ‘Als jij komt, kan ik me ook één-saam voelen, met jou, wij met
ons tweeën, wij kunnen ook al-één zijn. Dat voel ik gewoon. Maar alleen kan ik
dat ook. Dus, waarom zou je je ongerust maken? Een mens moet nu eenmaal doen
wat hij moet doen. Allez, hou je goed en ik zie je wel weer…’
Het was een
rare ervaring. Maar ik wist dat ze gelijk had, mijn moeder. En… ze hield woord.
Ik heb haar inderdaad weergezien, daarna.
Reacties
Een reactie posten